woensdag 29 april 2015

En wat als we onze economie opnieuw zouden uitvinden: Een review.



Het boek ‘En wat als we onze economie opnieuw zouden uitvinden  is op gisteren 29 april 2015 in Hotel de Nieuwe Wereld in Wageningen door de schrijfster Heidi Leenaarts gepresenteerd aan een zeer uiteenlopend 150 koppig tellend publiek. Deze voorlopige meedenkversie is tot stand gekomen middels haar eigen onderzoek en gesprekken met anderen en heeft als doel te komen tot diepere inzichten om het huidige geld systeem te vervangen of aan te vullen met een alternatief om de totale werking van het systeem beter, eerlijker, duurzamer en stabieler te maken met minder mensen aan de zijlijn. 

De titel van het boek klinkt erg ambitieus en dekt de lading slechts gedeeltelijk, hetgeen wordt veroorzaakt door haar aanname dat geld in dezen een wel zeer belangrijke, zo niet de belangrijkste factor is. Neemt niet weg dat er in het huidige systeem wat minpunten zitten, waarvan we de gevolgen in de afgelopen crisis weer aan den lijve hebben kunnen ondervinden. Aan haar presentatie heeft het niet gelegen want die was vlot en sympathiek en wie kan er nou op tegen zijn om systemen die niet helemaal naar wens functioneren te verbeteren. 

Opvallend in haar betoog was wel dat de uitgangspunten eigenlijk al niet meer ter discussie stonden, dus wat over bleef was een uitleg en voor kritische vragen in die richting was eigenlijk ook geen ruimte, maar dat gold ook voor de vragen en discussies in het algemeen.

Nu zitten juist bij die uitgangspunten bij mij de problemen om mee te denken met deze nadenk versie van het boek. Op bijna elke bladzijde vind ik wel een punt waar ik een kanttekening bij wil maken en ik zal er ter illustratie een aantal uitlichten.

Er staat letterlijk in haar boek dat in het huidige geldsysteem er meer schuld dan geld wordt gecreëerd. Dat kan natuurlijk helemaal niet en is gewoon fout. Herman Wijffels die na haar ook zijn visie gaf op de problematiek formuleerde het ook iets anders. Hij zei, geld is schuld. Daar kan ik me dan wel in vinden. Dat betekent dat het voorbeeld dat ze in de zaal gaf om duidelijk te maken dat het systeem zorgt voor een tekort aan geld niet deugt. Dat ging als volgt:

Er wordt verondersteld dat niemand geld bij zich heeft. Alle aanwezigen konden van Lenie 100 Euro lenen en dat moest op straffe van boete clausules met 10 % rente worden terugbetaald aan het eind van de periode. In de tussentijd hadden alle aanwezigen de opdracht om meer geld te verdienen door middel van dienstverlening, verkoop van producten onderling. En aangezien iedereen de lening aan het einde van de periode moest terugbetalen met rente moet er dus geld verdiend worden. Een dame uit het publiek voelde meteen aan dat dat niet kon, want aan het eind kom je geld tekort. Deze redenatie zorgt er dan ook voor dat er een ongewenste druk op de maatschappij komt doordat iedereen zijn gedeelte wil verdienen en in dit geval ten koste van anderen.

En hier wringt natuurlijk ook de schoen. De geldschieter (Lenie) plaatste zich hierbij buiten de maatschappij en onttrok systematisch geld aan de maatschappij. Geen wonder dat zo’n systeem niet werkt. Geeft zij het geld uit binnen deze tijdelijke mini maatschappij dan is er niets aan de hand.
In haar boek geeft ze een soortgelijk voorbeeld met schelpen als betaald middel op een eiland. Ook hier doet zich hetzelfde probleem voor, dat macro-economisch geen hout snijdt. Rente is in ieder geval niet de schuldige in het systeem. Immers rente door een partij betaald komt bij een andere partij terecht en er verdwijnt dus geen geld.

Ook als beargumenteerd wordt dat geld aan de reële economie wordt onttrokken is dat niet specifiek genoeg geduid.

De opmerking dat het geldsysteem te weinig aandacht krijgt of zelfs een blinde vlek is, is wel wat kort door de bocht. Er zijn immers sinds mensenheugenis diverse geldsystemen geweest en ook nu worden er regelmatig alternatieve ruilsystemen dan wel betaalsystemen ontwikkeld. Bij elke crisis is geld weer vernieuwd onderwerp van gesprek.

De geldschaarste zou er tevens de oorzaak van zijn dat de samenleving ‘op zoek’ is naar geld en zou ook grotere verschillen tussen arm en rijk veroorzaken, op welke manier dat dan werkt wordt echter niet uit de doeken gedaan.

Dat het huidige systeem een verplichte groei als het ware afdwingt werd ook door Wijffels aangekaart. Ik kan me daar niets bij voorstellen. Lange termijn groei wordt immers veroorzaakt door populatie toename en/of technologische vooruitgaan en hoe dat de aarde gaat belasten is weer een ander verhaal.

‘Geld met geld verdienen’ wordt in het boek gepresenteerd als een soort abstractie voor alles wat er in het systeem fout gaat. Een nieuw ruilsysteem zou bijvoorbeeld speculatie moeten voorkomen. In mijn optiek maakt de rekeneenheid niets uit althans niet voor het tegengaan van speculeren. Zelfs zonder geldsysteem blijft de mogelijkheid tot speculeren bestaan.
In het verlengde hiervan liggen suggestieve begrippen als ‘bankschuldgeld’ en ‘wederkerigheid’ die een hoog epibreer-gehalte kennen om maar eens een gevleugelde uitspraak van Carmiggelt te gebruiken.
Al met al gaat hiermee het hele fundament onder het verhaal mank en er blijft dan ook weinig overeind staan. Het verschil wordt niet gemaakt door out of the box of mainstream denken, maar door common sense.
Kortom weinig macro-economische onderbouwing, met voorbeelden die niet deugen, maar dat alles wel voor het grotere goed.
De avond werd afgesloten met een inspirerende vertelling en lied door passionair Martijn Raaijmaker.