Opmerkingen bij het artikel van
Jasper Vekeman Redacteur Trends & MoneyTalk
over Steve Keen van 30/08/16.
We moeten de private
schuldenberg uitvegen
Hier kunt u het bewuste artikel vinden:
Natuurlijk is Keen een autoriteit
op het gebied van macro-economie en terecht maakt hij zich zorgen over de niet
kritische blik van mainstream-economen. Hoewel een beetje econoom natuurlijk
helemaal niet zit te wachten om zo’n stempel opgeplakt te krijgen en zich er
eerder van distantieert. Dat doet het vermoeden rijzen dat er misschien
helemaal geen mainstream economen zijn en iedereen uit het voetspoor van
tenminste 30 jaar klassieke denken en opleiding wil en denkt te treden.
Iedereen origineel...
Hoe het ook zij, zijn boek
Debunking Economics, of beter gezegd de titel zelf, is me uit het hart
gegrepen. Bij het lezen van macroeconomische verhalen op internet, in boeken en
in journals rijzen je haren je soms te berge vanwege de gepresenteerde
onjuistheden dan wel tenminste halve waarden.
Zo bevatten tal van Keen’s
artikelen zelf ook een zeer fundamentele misser. Voor de geïnteresseerde onder u verwijs
ik naar mijn artikel (de la Fonteijne, 2014). In zijn boek Debunking Economics treft
u diezelfde misser aan. Hiermee wil ik niet beargumenteren dat Keen daarom de
plank met zijn opmerking over free money misslaat, noch dat hij raak is. Het
geeft wel aan ik de term ‘Debunking Economics’ van harte aanbeveel. Het geeft tevens
aan dat we ook deze goeroe kritisch moeten volgen.
Dat betekent dat je bij elke
voorgestelde maatregel zowel debit als credit moeten laten zien. Waar geef je
het aan uit, wie betaalt het en wat zijn de gevolgen. Als je dat niet strak doorredeneert
dan blijf je hangen in algemene borrelpraat. Ik zal u er een paar geven in de
vorm van oneliners die vaak gebruikt worden (ook door politici):
- · De economie trekt weer aan zodra de consument meer gaat uitgeven
- ·
De economie trekt weer aan zodra de bedrijven weer meer gaan
investeren
- ·
We moeten de koopkracht van gezinnen vergroten
- ·
We moeten het werk beter verdelen
- ·
We moeten naar een werkweek van 30 u om zo het werklozen
percentage terug te dringen
- ·
Lerend werken
- ·
Meer banenmarkten
- ·
Extra stimulans om jongeren of ouderen aan het
werk te krijgen
- ·
Extra stimulans om langdurig werklozen aan het
werk te krijgen
Kortom
allemaal opmerkingen die er wel iets mee te maken hebben maar het probleem niet
oplossen, waar je verder helemaal niets mee kunt en die ook geen inzicht
opleveren en af en toe zelfs niet aangeven welk probleem ze oplossen.
Keen: 'De
overheidsschulden zijn niet het probleem. Pas als de schulden bij de gezinnen
en de bedrijven verkleinen, zal de groei terugkeren'
Hieruit distilleren we het probleem: Kennelijk is de groei
te laag. Maar te laag voor wat. Te laag om te technologische groei bij te
houden of zo wie zo te laag omdat we een inhaalslag moeten maken om op het
gewenste GDP level te komen. Om dat te kunnen bepalen moeten we de
technologische groei kennen en het gewenste GDP level. Het eerste is weliswaar
niet erg precies maar toch wel redelijk op historische cijfers te prognosticeren.
Het GDP level kan binnen zekere grenzen vrij worden gekozen. We kunnen immers
het totaalaantal uren kiezen dat we willen werken. Omgekeerd geredeneerd
betekent het dat het streven naar een zeker GDP level al dan niet met groei fundamenteel
intrinsiek niet zo’n zinvolle uitspraak is. Wat wel theoretisch optimaal is te bepalen
is het GDP per gewerkte tijdseenheid (bv. uren). Dat optimum kan nog een beetje
worden beïnvloed hoe en met welke smaak we willen optimaliseren afhankelijk
van de voorkeur die de mensen en bedrijven hebben (salaris eisen, eisen voor rendabiliteit
van bedrijven).
Eenmaal het aantal gewenste aantal
uren gekozen dan ligt gewenste GDP level vast. Nu is nog de vraag of we eronder
of erboven zitten. Al naar gelang het geval moeten we groeien of krimpen nog los
van de technologische groei. Aardig is dat deze redenatie ook laat zien dat
vanuit een gegeven situatie je door het aanpassen van het aantal gewerkte uren
geen invloed op het GDP per gewerkt uur kunt hebben, hiermee is meteen ook de
mogelijkheid om de werkloosheid te reduceren door minder uren te gaan werken om zeep
geholpen. Immers een systeem dat niet optimaal is kun je niet optimaal maken
door van hetzelfde alleen maar meer of minder te doen, het blijft niet
optimaal.
Dat betekent ook dat het prima
mogelijk is een optimaal economisch systeem te hebben met een zeker percentage
werklozen. De werkenden moeten het dan, zoals nu het geval is voor een grotere
groep in totaal verdienen. En als we daarmee geen probleem hebben, prima dan.
Het punt is dat dit min of meer een vrije keuze is. Kiezen we ervoor om zoveel
mogelijk mensen die willen werken een bijdrage te laten leveren aan het
economische proces, en ik ben daar een voorstander van, dan moeten we daar dus
bewust voor kiezen om dat te bewerkstelligen. Het kabinet moet voor de macro-economische
randvoorwaarden zorgen om dat voor elkaar te krijgen. Bijgevolg moet het kabinet
erop worden afgerekend als de doelstelling van zeg 3 % werkeloosheid niet wordt
gehaald. Werk en een zinvolle bijdrage
aan de samenleving voor hen die dat willen, dat moet het motto zijn.
Een andere conclusie is dat er op
elk moment geld genoeg is om elk gewenst GDP niveau te realiseren, dus ook met positieve dan wel negatieve groei.
Dat geldt immers per definitie. Dat betekent dat bovenstaande redenatie ook
daadwerkelijk realiseerbaar is.
Misschien dat de plaats waar geld
(deposito) neerslaat niet optimaal is en dat daardoor de economie te veel wordt afgeremd dan wel te veel
wordt gestimuleerd. Dan kan helicoptergeld of iedereen een gelijk bedrag op de bank een
oplossing zijn als inequality een probleem zou zijn. Zelf ben ik een
voorstander van een zekere mate van inequality, vanwege het uitdagende en stimulerende karakter dat
ervan uitgaat à la Milton Friedman, maar nu beperkt tot het niveau waar meer
inequality de samenleving niet meer schaadt dan profijt brengt. Grote
verschillen in deposito’s en schulden kunnen de neerslag zijn van zo’n
ongelijkheid, maar ook weer niet noodzakelijkerwijs.
Als het idee van Keen dat je met
zijn oplossing van het laten toenemen van overheidstekorten inflatoir werkt dan
tref je daarmee natuurlijk wel de vlijtige financiële spaarder, hoe je dat geld
uitdelen precies vorm geeft is in eerste orde niet van belang. Strikt genomen
weet je alleen zeker dat de deposito’s van de private sector zullen toenemen,
dat is een wet van Meden en Perzen. Het is echter maar de vraag hoe sterk
consumptie en investeringen hierdoor zullen toenemen, want dat heeft een geheel
eigen dynamiek.
En dat de staat als een soort
bodemloze put in staat is om maar naar hartenlust elders deposito’s te laten
ontstaan ligt sterk aan de manier waarop het gefinancierd wordt. Het buitenland
kijkt kritisch mee en dat stelt toch wel ergens een grens.
Keen: 'Als de schulden zo
hoog zijn als nu, dan zal er weinig tot geen door krediet gedreven groei zijn'.
Kennelijk worden hier de private schulden bedoeld, want die van de overheid
neemt met de voorgestelde maatregel toe waardoor de private schulden dus lager
kunnen worden. Je zou ook kunnen zeggen dat de private deposito’s hoger worden.
Maar als private financiële buffers groter worden ligt het eerder in de
verwachting dat individuele schulden gaan toenemen, gecompenseerd door nog
grotere deposito’s elders in de private sector. Dus voor individuele gevallen
levert het geen reductie op, integendeel. Er is maar een manier om schulden van
huishoudens terug te dringen en dat is regulering op microniveau en het is maar
de vraag of dat in zijn algemeenheid verstandig is.
Redenaties om schulden te reduceren zijn erg populair. In
feite is er maar een reden te bedenken waarom een schuld te hoog is en die ligt
op microniveau. Als een individu of entiteit niet meer aan zijn verplichtingen
kan voldoen is de schuld in feite te hoog en anders niet. Als dat zich voordoet
kun je als oplossing die schuld kwijtschelden op microniveau. Verkapt gebeurt
dat op macroniveau ook via de geldontwaarding. Een basisbedrag of basisinkomen uitdelen
zijn beide vormen van nivellering via een belastingverlaging.
Als we, zoals in de EU, uitgaan van
de Maastricht norm en daar al in de buurt zitten dan hebben we zelfs die ruimte
niet meer. Behalve het buitenland hebben we dan geen partijen meer die ervoor
kunnen zorgen dat de private schuld procentueel kan afnemen. Wel merkwaardig om
op de private schuld te focussen, misschien toch maar beter opsplitsen in
huishoudens en bedrijven, dan hebben we ineens meer mogelijkheden.
Keen’s laatste opmerking, ‘We
moeten de private schulden verlagen, zodat de kredietgroei weer een
substantieel deel van de vraag kan uitmaken’, heeft meer weg van een
noodmaatregel om de economie weer op de rails te krijgen. In een stabiel
groeiende economie heeft kredietgroei echter niets met de vraag te maken. Wel
is het zo dat kredietgroei, de groei van de economie en de groei van de vraag
idealiter even groot zullen, maar dat is een ander verhaal.
Kortom, ik vind dat veel opmerkingen geen houdt snijden en
ronduit fout zijn. En de verschillen zitten niet eens in de zachte, behavior-economic
component, maar in die paar formules die in de economie wel altijd geldig zijn
zonder compromissen. Dat er vanuit theoretisch oogpunt altijd geld genoeg is
laat zien dat een oplossing mogelijk is. Je kunt zelfs aantonen dat zoiets met een
laag percentage werklozen te verwezenlijken is en zelfs onder dynamische
omstandigheden. Nu moeten we nog de wil tonen om dat te verwezenlijken. Het zou
mooi zijn als kabinetten zouden worden afgerekend op het reduceren van het
werkloosheid percentage tot slechts luttele procenten. Zoveel mogelijk mensen
die een zinvolle bijdrage leveren aan de samenleving dat lijkt me een betere
insteek dan meer groei, wat kan een mens tenslotte nog meer doen dan zijn best.
Literatuur
Geen opmerkingen:
Een reactie posten